Info:
De directe antiglobulinetest (DAT) of directe Coombs met polyvalent anti-humaan globuline wordt gebruikt om (incomplete) antistoffen en/of complementfactoren die gefixeerd zijn op de rode bloedcellen van de patiënt op te sporen. Dit komt voor bij:
- incompatibele bloedtransfusie (IgG en/of C3d)
- pasgeborenen met een ABO-, Rhesus of andere incompatibiliteit met de moeder (IgG van moeder)
- auto-immuun hemolytische anemie (AIHA) (warme: IgG, IgG en C3d"> koude:C3d, C3d en IgM)
- hemolytische anemie (HA) geïnduceerd door medicijnen (zie verder) (IgG, C3d, IgG en C3d)
- hoge concentraties aan immuunglobulinen en aandoeningen van het immuunsysteem
- sikkelcelanemie en thalassemie
- leukemie en lymfoproliferatieve aandoeningen
- transplantatie
- andere: bindweefselziekten, nieraandoeningen, huidneoplasmes, reumatoïde artritis en intestinale ontstekingsreacties.
Verschillende geneesmiddelen (vooral alfa-methyldopa, L-dopa, antibiotica, sulfonamiden, antihistaminica, insuline, thiazide-diuretica, e.a.) kunnen ook de oorzaak zijn van een positieve directe Coombs-reactie. Vier verschillende mechanismen kunnen hiervoor instaan:
1) Adsorptie van het geneesmiddel
Voorbeelden: penicilline en cefalosporines
Directe Coombs: IgG (soms ook C3)
Serum en eluaat: reageert alleen met RBC bezet met het geneesmiddel
2) Immuuncomplex vorming
Voorbeelden: phenacetine, quinidine
Directe Coombs: C3 (soms ook IgG)
Serum en eluaat: serum reageert enkel met de RBC in aanwezigheid vh geneesmiddel, eluaat reageert niet
3) Membraan verandering
Voorbeelden: cefalosporines
Directe Coombs: IgG + C3 + albumine, enz.
Serum en eluaat: serum kan lage titer met antistof tegen het geneesmiddel bevatten, eluaat reageert niet
4) Inductie van autoimmuniteit
Voorbeelden: alfa-methyldopa
Directe Coombs: IgG (zelden ook C3)
Serum en eluaat: reageert met normale RBC in afwezigheid van het geneesmiddel
