Info:
D-dimeerbepaling dient te gebeuren samen met een klinische pretest probabiliteitsbepaling ter exclusie van pulmonaire embolen en als hulp bij diagnose van diepe veneuze trombose.
Patiënten met distale DVT kunnen een normale D-Dimeer gehalte hebben.
D-dimeren nemen toe bij zwangerschap en hogere leeftijd.
Een negatieve D-dimeer bepaling (<500 ng/mL), in combinatie met een lage of intermediaire klinische pretest probabiliteitsbepaling kan op uiterst betrouwbare wijze veneuze tromboembolie (VTE) en longembolie (PE) bij ambulante patiënten uitsluiten (negatief predictieve waarde: 100%). Een positief resultaat is niet diagnostisch voor VTE/PE aangezien talrijke toestanden kunnen leiden tot verhoogde D-dimeer waarden (o.a. ouderdom, zwangerschap, kanker, infectie, inflammatie, post-operatief ...).