Bron referentiewaarden:
Bijsluiter firma (+ Elecsys References Ranges, Claudia Schäfer, aug 2016)
Info:
De belangrijkste secretieproducten van de schildklier zijn tetrajodothyronine (thyroxine of T4) en trijodothyronine (T3). De serumconcentratie van T4 is een belangrijke parameter van de schildklierfunctie. De aantasting van de hormonogenese zal zich vooral uiten in een vermindering van de T4-secretie. De serumconcentratie van zowel het T4 als het T3 wordt in zeer belangrijke mate bepaald door de concentratie en de affiniteit van de schildklierhormoon-bindende eiwitten, namelijk thyroxine-bindend globuline (TBG), thyroxine-bindend prealbumine (TBPA) en albumine. Alle toestanden, ziekten of medicijnen die deze bindingscapaciteit van het serum veranderen, zullen dan ook hun weerslag hebben op de hormonale concentratie.
Slechts een klein deel van de circulerende hormonen is actief, namelijk de fractie die vanop de bindende eiwitten in de cel kan geraken. Deze biologisch beschikbare fractie wordt benaderd door meting van de vrije, niet aan de serumeiwitten gebonden fractie (ongeveer 0.03 % van het totaal T4 en 0.3 % van het totaal T3).
De schildklierhormonen komen tussen in bijna alle lichaamsprocessen. Ze worden door de schildklier vrijgegeven onder invloed van TSH. Voor de aanmaak is een voldoende toevoer van jodium in het dieet noodzakelijk.
Het belangrijkste secretieproduct van de schildklier is het tetrajodothyronine, thyroxine of T4 (bevat 4 jodium-atomen per molecule), met een productie van ongeveer 110 nmol/dag. De serumconcentratie hiervan zal dus zonder meer een belangrijke parameter van de schildklierfunctie zijn. De aantasting van de hormonogenese zal zich dan ook vooral in een vermindering van de T4 secretie uiten. Totaal T4 omvat zowel het vrij (biologisch actieve) T4 als het T4 gebonden aan transporteiwitten.
De bepaling van het "vrije" (biologisch actieve) thyroxine (vrij T4) is van groot belang bij de diagnosestelling bij vermoeden van schildklierpathologieën, alsook de follow-up van deze pathologie en behandeling.
Vrij T4 wordt samen met TSH en/of vrij T3 gemeten bij vermoeden van stoornissen in de werking van de schildklier. De bepaling van FT4 wordt eveneens gebruikt voor de opvolging van thyro-suppressieve therapie.
De bepaling van FT3 is een hulp bij het vaststellen van het vroege stadium van hyperthyreoïdie en wordt gebruikt voor de detectie van T3-toxicosis.
Voornaamste oorzaken verhoogd fT3/fT4:
- ziekte van Graves-Basedow
- toxisch adenoom
- multinodulaire goiter
Voornaamste oorzaken verlaagd fT3/fT4:
- auto-immune thyroïditis (Hashimoto/postpartum)
- jodiumdeficiëntie
- schildklierablatie
- medicatie (lithium, thyreostatica, joodderivaten)