Info:
Bij patiënten met myasthenia gravis (MG) is er een subgroep te onderscheiden die geen antistoffen vertoont tegen acetylcholine receptoren (zogenaamd seronegatief) maar wel MuSK antistoffen tot expressie brengen.
Zij vertonen een specifiek ander fenotype: opvallend vaker vrouwen (7.5:1), ernstige, predominant faciobulbaire zwakte (82.4%), en vaker faciale en linguale spieratrofie (17.6%). Anti-MuSK MG patienten ontwikkelen frequent hypersensitiviteit op anticholinesterase medicijnen (29.4%).