Een positief resultaat wijst op de aanwezigheid van auto-antistoffen gericht tegen cytoplasmatische componenten. Enkel het patroon waarbij F-actine wordt aangetoond is van klinisch belang: dit is sterk geassocieerd met auto-immuun hepatitis.
Anti-gladde spier antistoffen (smooth muscle antibodies, SMA) zijn gericht tegen actine en worden in hoge titers teruggevonden in ongeveer 90 % van de patiënten met autoimmuun hepatitis (AIH) voornamelijk van het type I.
Men ziet tevens SMA bij primaire biliaire cirrose (20 %) en in 20 % van de overlapsyndromen AIH/PBC.
Ze komen ook in lage titers voor bij een klein deel van patiënten met acute of chronische virale hepatitis en zelfs bij hepatitis geïnduceerd door alcohol of geneesmiddelen.
Kenmerkend voor AIH is het voorkomen van verhoogde transaminasewaarden, een verhoogde IgG-concentratie en de aanwezigheid van verschillende auto-antilichamen. Op basis van het type auto-antilichaam dat aanwezig is worden verschillende vormen van AIH onderscheiden. AIH type 1 wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van ANA of SMA en komt het meest voor, vooral bij vrouwen. Type 1 AIH kan in ongeveer 45% van de patiënten leiden tot cirrose. Bij AIH type 2 zijn anti-LKM-1-antilichamen aanwezig gericht tegen cytochroom P450 (dit type komt vooral bij kinderen voor). Type 2 is de agressiefste vorm en kan bij 80% van de patiënten leiden tot cirrose.
555951 - 555962 B 300 Opzoeken van antiweefselantilichamen door immunofluorescentie, per orgaan (Maximum vier organen) #(Maximum 4) Bron: RIZIV website op 01/07/2025