Info:
Er kunnen 6 eiwitfracties met de capillaire zone eiwitelektroforese geïdentificeerd worden: albumine, alfa-1 (alfa-1-antitrypsine, alfa-1 zure glycoproteïe of orosomucoid), alfa-2 (alfa-2-macroglobuline, haptoglobine), bêta-1 (hemopexine, transferrine), bêta-2 (C3 en C4 complement) en gamma (gamma-globulines). Hoewel veranderingen in 1 fractie vaak niet specifiek zijn, kan een combinatie van veranderingen in verscheidene fracties klinisch betekenisvol zijn.
Het belangrijkste doel van een serum eiwitelektroforese is de detectie van monoclonale gammopathieën. Bij aanwezigheid van extra fractie(s) in de gamma- en/of betazones wordt immunofixatie aanbevolen ter uitsluiting of bevestiging van een paraproteïne (niet bij opvolging van gekende casus, tenzij nieuwe fractie zichtbaar).
Ander typische eiwitprofielen kunnen eveneens een significante bijdrage leveren en klinisch betekenisvol zijn (bvb. inflammatoir patroon, nefrotisch syndroom, hemolytisch patroon, bêta-gamma bridging (compatibel met leverpathologie), polyclonale hypergammaglobulinemie, hypogammaglobulinemie).