Parvovirus B19 is een enkelstrengs DNA-virus dat behoort tot de familie der Parvoviridae. Overdracht gebeurt via druppelinfectie of via besmette bloedproducten.
De kliniek van de ziekte varieert van een subklinische infectie tot een bifasisch ziektebeeld. De aan de viremie gerelateerde prodromale fase uit zich in een kort, mild, nonspecifiek ziektebeeld dat bestaat uit koorts, malaise, spierpijn, hoofdpijn en jeuk. Erythema infectiosum ontwikkelt zich 5 tot 7 dagen later: een fijnvlekkig vlindervormig exantheem dat begint in het gezicht: slapped cheeks of appelwangen. Het exantheem kan zich uitbreiden over de romp en de extremiteiten, waarbij vooral de strekzijde is aangedaan. Door vervloeiing en centrale ophelderingen heeft het een kantachtig of netvormig karakter. Exantheem van de handpalm en voetzolen is eveneens beschreven. Het exantheem verdwijnt gewoonlijk binnen een week, maar kan gedurende drie weken herhaaldelijk terugkomen als reactie op warmte, kou, inspanning of stress. Tegelijkertijd met het exantheem worden bij kinderen in 5 tot 10% van de gevallen gewrichtsklachten van handen, voeten, knieën en polsen gezien. Bij volwassen patiënten staan gewrichtsklachten op de voorgrond, met name bij vrouwen. Vaak zijn zij het enige symptoom. Over het algemeen zijn de gewrichtsklachten na 1 tot 3 weken weer verdwenen, maar bij 20% van de vrouwelijke patiënten kunnen deze klachten maanden aanhouden, soms zelfs tot twee jaar. Hemolytische anemie of een hemofagocytair syndroom kunnen uitgelokt worden door Parvo B19.