Info:
Het complementsysteem maakt integraal deel uit van het immuundefensie systeem, maar is antigeen-specifiek.
Het complementsysteem is een enzymcascade waarbij geactiveerde complementfactoren andere complementfactoren binden en activeren. Er zijn twee wegen om het complementsysteem te activeren: de klassieke weg en de alternatieve weg.
- De klassieke weg voor complementactivatie wordt geïnitieerd door cel-gebonden immuuncomplexen (IgM of IgG) (C4- en C3-activatie).
- In de alternatieve weg wordt C3 geactiveerd door lichaamsvreemde antigenen. Zoals bijvoorbeeld endotoxinen of liposacchariden aanwezig ter hoogte van het celoppervlak van micro-organismen, deze zijn in staat rechtstreeks C3 te activeren (enkel C3-activatie).
De concentratie van C3 en/of zijn degradatieproduct C3c wordt bepaald als maat van complementactivatie. De bepaling van C4 laat de differentiatie toe tussen activatie via de klassieke of alternatieve weg. Gezien C4 enkel deel uitmaakt van de klassieke weg, wijst een normale C4 concentratie en verlaagde C3 concentratie op activatie via de alternatieve weg.
Daar C3 en C4 tevens acute-fase eiwitten zijn (tot max. 2x bovengrens), kan een daling door toegenomen verbruik gemaskeerd worden door een gelijktijdige stijging te wijten aan een ontstekingsproces.
Indicatie:
- Patiënten met onverklaarbare ontstekingen, vochtophoping (oedeem) of in geval van steeds terugkerende onbegrepen (bacteriële) infecties.
- Bij symptomen van autoimmuunziekten: afwijkingen in het complementsysteem kunnen gepaard gaan met het optreden of verergeren van auto-immuunziekten.
Verlaagde waarden van complementfactoren kunnen te wijten zijn aan genetische defecten en gaan gepaard met een sterk verhoogde gevoeligheid voor infecties. Aangeboren complementdeficiënties worden gemeten met C3, omwille van zijn rol zowel in de klassieke als in de alternatieve pathway, samen met C4, voor de differentiatie tussen klassieke of alternatieve weg.
Verworven aandoeningen geassocieerd met verlaagde waarden zijn o.a.
- systemische lupus erythematosus (C4 meestal laag, C3 soms laag)
- reumatoïde vasculitis (C3 meestal laag)
- subacute bacteriële endocarditis (C3 en C4 laag)
- shunt nefritis (C3 en C4 laag),
- glomerulonefritis (C3 laag),
- reumatische polymyalgie (C3 conversie),
- gram-negatieve bacteriëmie (C3 laag, C4 normaal),
- gram-positieve bacteriëmie (C3 en C4 laag)
- CMV infectie (C4 erg laag, C3 normaal of verhoogd)
- hereditair angio-oedeem (geïsoleerde C4 verlaging)
- auto-immuun hemolytische anemie (geïsoleerde C4 verlaging).