Totaal testosteron

Analyse

Laatst bijgewerkt:
Glims system
09-09-2024
Uitvoerend labo:
Medisch labo Bruyland
Uitvoeringsfrequentie:
Dagelijks (ma t/m za)
Antwoordtijd:
<4u
Uitvoering:
Routine
Stabiliteit:
Bijaanvraag mogelijk zo lang moedertube in gekoelde opslag (min. 7 dagen)

Afname

Afname materiaal:
Minimum volume:
1 mL

Interpretatie

Eenheid:
nmol/L
Bron referentiewaarden:
Bijsluiter firma
Info:
Bij mannen wordt testosteron hoofdzakelijk geproduceerd in de cellen van Leydig in de testes uit de rechtstreekse precursor, androsteendion. De synthese wordt hier geregeld door LH via een negatief feedback mechanisme. Bij vrouwen is er een aanmaak van testosteron in de bijnierschors, de ovaria, alsook in de perifere weefsels door metabolisatie van voornamelijk androsteendion en dihydroepiandrosteron.

Indicatie:
- Diagnose van de hypogonadale status in mannen (hypopituïtarisme, erectiestoornissen, verminderd libido, andropauze, hepatische cirrose, prostaatziekten, testisaandoeningen).
- Diagnose van hirsutisme, virilisme, acne en haaruitval bij vrouwen.
- Onderzoek naar tumoren van de bijnieren, testes of eierstokken.
- Bij kinderen helpt de serum testosteronconcentratie in geval van vervroegde of uitgestelde pubertijd en in geval van problemen met de geslachtsbepaling van pasgeborenen.

Gemiddeld 2% van het testosteron bij mannen en 1% bij vrouwen circuleert vrij in het bloed en is onmiddellijk beschikbaar voor biologische werking. Meer dan 50% is gebonden aan het sekshormoonbindende globuline (SHBG), de rest is gebonden aan albumine. Het SHBG heeft een zeer hoge bindingsaffiniteit voor testosteron waardoor SHBG-gebonden testosteron als biologisch inactief beschouwd wordt. Bij de interpretatie van totale testosteronspiegels dient daarom steeds rekening gehouden te worden met de SHBG-concentratie. Een daling van SHBG vindt men ondermeer bij hypothyreoïdie en een stijging doet zich oa. voor ingeval van oestrogeeninname en hyperthyreoïdie. Het albuminegebonden testosteron daarentegen kan gemakkelijk vrijgesteld worden en is dus biologisch actief. Volgens de vrije hormoon hypothese, is de vrije of de biologisch beschikbare testosteronconcentratie (som van vrije en albuminegebonden testosteronconcentratie) meer representatief voor de fysiologische activiteit dan de totale testosteronconcentratie, vooral in situaties waar abnormale concentraties aan testosteron bindende proteïnen voorkomen (vb. gebruik van oestrogenen of glucocorticoïden, hyperthyroïdisme, veroudering) of bij randwaarden voor totaal testosteron.
Indien ook een SHBG-bepaling wordt aangevraagd, zal automatisch de vrije testosteron concentratie berekend en gerapporteerd worden. Deze berekening gebeurt volgens de formule van Vermeulen et al. (J. Clin. Endocrinol. Metab. 1999, 84: 3666-3672). Hierbij wordt een normale albumineconcentratie van 43 g/L gehanteerd. Bij ernstige afwijkingen in de albumineconcentratie kan de vrije testosteronconcentratie herberekend worden aan de hand van http://www.issam.ch/freetesto.htm.

Referentiewaarden

Leeftijd Mannen Vrouwen
< 1 wk 0.20 - 2.70 nmol/L 0.21 - 2.70 nmol/L
1 wk - 3 md 0.50 - 12.60 nmol/L < 0.70 nmol/L
3 md - 6 md 0.10 - 3.10 nmol/L < 0.40 nmol/L
6 md - 1 j 0.10 - 0.40 nmol/L 0.10 - 0.70 nmol/L
1 j - 4 j 0.10 - 0.70 nmol/L < 0.60 nmol/L
4 j - 7 j 0.10 - 0.90 nmol/L < 0.70 nmol/L
7 j - 10 j 0.10 - 0.80 nmol/L < 1.00 nmol/L
10 j - 12 j 0.07 - 1.97 nmol/L 0.07 - 1.45 nmol/L
12 j - 14 j 0.24 - 25.85 nmol/L 0.21 - 2.21 nmol/L
14 j - 16 j 1.14 - 20.24 nmol/L 0.31 - 1.70 nmol/L
16 j - 18 j 6.40 - 30.66 nmol/L 0.28 - 2.18 nmol/L
18 j - 50 j 8.64 - 29.00 nmol/L 0.29 - 1.67 nmol/L
> 50 j 6.68 - 25.70 nmol/L 0.10 - 1.42 nmol/L

RIZIV nomenclatuur

RIZIV nomenclatuur:
559613
Nomenclatuur:
559613 - 559624 B 450 Doseren van testosteron #(Maximum 1)(Cumulregel 110, 322)
Bron: RIZIV website op 01/04/2025